Home | Evi praat met de natuur | Paddenstoel 1 |
Wat een joekel zeg, deze paddenstoel. Het lijkt wel een paddenstoel uit een sprookje,
zo eentje waar een kaboutertje in woont...
Sprookjes bestaan écht, meisje.
Oh... mamma mia... jij kunt práten! Sprookjes zijn toch niet echt, beste Paddenstoel?
Jawel hoor!
Ik dacht dat het alleen maar verhaaltjes waren.
Met een diepere betekenis, dat is me wel eens verteld.
Dat klopt, lieve Evi. En daarom bestaan ze écht.
Hoei, je weet dus al hoe ik heet! Hoe kan dat?
Dat is mijn geheim. Maar ik voel dat je wat wilt vragen. Doe maar.
Bestaan er dan échte kabouters?
Alles wat in sprookjes wordt verteld heeft met jou zélf te maken... elfjes, prinsen,
een schone slaapster, een reus, ook kaboutertjes.
Wat heeft een kabouter dan met MIJ te maken?
Nou, het is de kleine onzichtbare kracht die je altijd weer helpt.
O ja, kabouters hélpen altijd. En waarom waren er zéven kabouters bij Sneeuwwitje?
Zeven is een mystiek getal en staat symbool voor de zeven energiewielen in het lichaam
van een mens.
Je zegt hier wel héél veel moeilijke woorden.
Maar ik denk dat het klopt, want de regenboog vertelde mij óók al zoiets.
Hij legde uit dat het een soort kamers zijn in je lijf, waar je jezelf steeds een andere
vraag kunt stellen.
Dat heeft de regenboog dan prima uitgelegd, lieve meid.
Al die zeven kabouters hadden een andere naam en hadden allemaal verschillende
karakters, weet je nog?
Dat herinner ik me nog wel, Paddenstoel.
Zag de film pas nog op een dvd van Disney... oooh, zo mooi!
Zo kun je het wel zeggen, Evi.
In het sprookje wordt verteld dat achter de zéven bergen de zéven dwergen woonden.
Ik denk dat ermee bedoeld wordt, dat je eerst een aantal obstakels, een soort bergen dus,
in jezelf moet overwinnen om te kunnen zien wat je eigen karakter is.
En die boze koningin die net zo mooi wilde zijn als Sneeuwwitje?
Die beeldt de jaloezie uit, maar weet je wat zo mooi is?
Het boze kan nooit winnen van het lieve. In sprookjes wint het licht altijd van de duisternis.
Overdag is dat natuurlijk óók zo.
Als je in een donkere kamer maar één spleetje van het gordijn open laat staan,
kan er een piepklein streepje licht naar binnen en is de duisternis eigenlijk wég.
Precies! Ken je nog een sprookje waarin het getal zeven voorkomt?
Ja, de wolf en de zeven geitjes!
En had Klein Duimpje ook zeven broertjes? Of zoiets?
Weet het niet meer.
Leuk hè. Ken je ook het sprookje van Vrouw Holle?
Tuurlijk. Heeft dat sprookje ook een speciale betekenis?
Dacht ik wel ja. Een meisje laat haar spoel in de put vallen.
Ze wil hem eruit halen en komt dan in de wereld van Vrouw Holle.
Ze plukt de appels van de boom die erom vraagt en haalt dan de bijna
verbrande broodjes uit de oven.
O ja, en dan mag ze voor Vrouw Holle de kussens opschudden, zodat het op de aarde sneeuwt
Zo was het toch?
Ja. En omdat ze goed had geholpen, mocht ze terug naar boven en werd ze overgoten
met goud. Toen werd haar stiefzusje jaloers en die liet zich ook in de put vallen.
Maar zij was lui en onaardig en werd met pek overgoten.
Zitten de eigenschappen van die twee zusjes ook in één mens?
Goed gesnapt. Iedereen heeft verschillende kanten.
Misschien bedoelt dit sprookje wel te zeggen dat als je aardig bent,
dat het leven er voor jou dan zonniger uitziet dan als je ónaardig bent.
Ik ken een uitdrukking die hierbij past, Paddenstoel.
Zeg eens?
“Wie goed doet, goed ontmoet”.
Prima gesnapt. Ken je nog een sprookje waar een getal in voorkomt?
Eh... Ali Baba en de veertig rovers. Bedoelen ze dan ook veertig eigenschappen?
Vermoedelijk wel.
Moet je dan ál die veertig eigenschappen, de rovers dus, overwinnen?
Ja,veel hè! En dán kun je zeggen: Sesam, open u!
Gaat er dan ook een automatische deur voor je open?
Zoiets ja, de deur naar je innerlijk.
Ligt daar dan de schat?
Ja, de schat is je innerlijke schoonheid.
Prachtig hoor, die sprookjes.
Bedenk thuis nog maar eens een paar sprookjes.
Die kunnen we dan de volgende keer weer samen
bespreken, goed?
Dat doe ik, aju paraplu.
Ben ik een paraplu?
Je lijkt er wel een beetje op. Een paraplu voor kaboutertjes, hihi.
Nou, tot paraplu dan maar.
Hihi, niet tót paraplu, maar ajú paraplu.
Is gewoon dáág ook goed?
Tuurlijk, dáág. En tot gauw!