Home      Evi en Mono de eenhoorn      Dustins broer is dood
 

 
Dustins broer is dood

Waar gaan we deze nacht naar toe, Mono? 

       We gaan naar New York, helemaal in Amerika.

       Kom op, dan gaan we gauw, Evi.

We hebben tijd genoeg, Mono. Jij vliegt er binnen een paar tellen naar toe, want jij vliegt 

met de snelheid van het licht.

       Da’s waar ook. Hou je goed vast!

Hoe heet het kind waar we naartoe gaan?

 

       Hij heet Dustin en ik voelde dat hij boos is op God, omdat zijn oudere broer is overleden 

       door een ongeluk. Hij eet zich tonnetje rond, om zijn verdriet weg te eten.

Ai, wat sneu voor hem.

       Ga maar eens naar zijn verhaal luisteren. 

       Als je niet weet hoe je hem kunt helpen, denk dan even  sterk aan mij en ik zal de juiste 

       woorden in je gedachten leggen.

Dat weet ik toch, lieve Mono. Zo werken we al járen samen!

       Kijk eens, we zijn er bijna. Zie je die hoge wolkenkrabber?

Poeh, wat hoog zeg.

       Hij woont op de 36e etage. Zó, we zijn er.


                       

 

Ach, wat slaapt hij onrustig, Mono. 

Raak voorzichtig zijn voorhoofd aan, dan wordt alleen zijn innerlijk wakker.

       Begin maar, Evi.

Oké. Hai Dustin. Dit is Mono en ik ben Evi.

              Huh, wat is dat? Droom ik nou? Ik zie een eenhoorn en een meisje!

Ja, dit is een soort droom, Dustin. Vertel eens waarom je laatste tijd zo verdrietig bent.

              Mijn grote broer Vince is drie maanden geleden verongelukt.

Wat naar. Hoe gebeurde het?

              Hij zat bij Leroy, een vriend van hem, in de auto. Die vriend had een 

              paarbiertjes gedronken 

                  en was voor de gein wild aan het slingeren over een rustige weg. 
              Hij raakte de macht over het stuur kwijt en botste tegen een    boom.
Oei, wat vreselijk.

              Vince was op slag dood en zijn vriend Leroy had alleen maar een hersenschudding.

Je mist hem vast heel erg.

              Ja, hij was niet alleen mijn grote broer, maar ook mijn beste vriend.

Hoe oud was hij, Dustin?

   Hij was pas 15.

En jij?

              Ik ben 11, jij ook zoiets?

Ja, ik ben ook 11.

            Kijk, hij sliep dáár in dat bed, gezellig op mijn kamer. 

            De avond ervoor hadden we op dat bed nog gestoeid. 

            Ik ruik nog vaak de geur van Vince in zijn kussen.    

            Zie je, daar staan zijn pantoffels onder zijn bed en zijn jas hangt aan de kapstok, 

            alsof hij  gewoon nog hier woont.

Waar denk je dat Vince nu is?

              Denk in de hemel of zoiets. God zal hem wel hebben meegenomen.

Ben je daarom boos op God, omdat hij je lieve broer heeft meegenomen?

              Ja, God had hem niet dood mogen laten gaan.

Denk je dat God mensen geboren laat worden en dood laat gaan?

              Is dat niet zo dan?

God is géén lieve man met een baard die in de hemel op een troon zit en regelt of iemand een ongeluk of een ziekte krijgt, echt niet.

              Nee? Wat is God dan?

Volgens mij is God liefde.

              Als God liefde is, waarom pikt ie dan toch mijn broer van me af?

Soms gebeuren er nu eenmaal ongelukken, omdat iemand misschien onvoorzichtig was. 

Ik denk niet dat God hiermee te maken heeft.

              Houdt God dan méér van Vince dan van mij?

Waarom denk je dat?

              Omdat Vince nu wel bij Hem mag zijn en ik niet.

Ach, lieve jongen, God is nog dichter bij dan je handen en voeten, Hij is in je eigen hárt. 

Je hoeft niet te wachten tot je dood gaat, om bij God te kunnen zijn. 

God is hier en nu, eeuwig en altijd.

              Hiér, zó dichtbij?

Ja, fijn gevoel hè!

              Evi, vertel hem maar dat Vince nu ook dichtbij is.

Goed Mono. Weet je, Dustin, als God hiér in je eigen hart is, en Vince is bij Hem, dan is Vince dus óók in jouw hart!

              Cool, is Vince hiér?

Ja, en je kunt gewoon met hem praten, in jezelf.

              Kan hij dan ook iets terúgzeggen?

Als je je goed concentreert, dan vóel je zijn stem in je binnenste, dat is een klein beetje anders 

dan horen met je oren. Daar moet je wel even aan wennen.

              Ik ga het zéker proberen! O Evi en Mono, wat heerlijk dat jullie hier zijn.

Over heerlijk gesproken... Mono voelde dat jij vaak gaat eten als je Vince mist, klopt dat?

              Uh, ja da’s wel te zien hè. Ik lijk wel een varken, zo dik.

Mis je Vince minder na een eetbui?

              Om eerlijk te zijn, mis ik hem dan nóg meer, dus het snoepen helpt helemaal niet.

Nu je weet dat je altijd met Vince kunt praten, hoef je misschien niet meer zoveel te eten.

Mono, kun jij met je magische hoorn Dustin helpen om minder te eten?

      Goed, Evi.

Kijk Dustin, er komt licht uit zijn hoorn, hij legt zijn hoorn voorzichtig tegen je buik.

Zie je, hij stuurt het licht nu binnen in je buik.

            Kan Mono mij ook helpen met het voelen van de stem van Vince?

Wat denk je Mono, kun je dat?

            Natuurlijk kan ik dat.

Voel je het licht nu in je hart, Dustin?

            Het wordt helemaal warm van binnen. Is dat wat je bedoelt?

Dan komt alles goed, Dustin, vertrouw er maar op. Mono en ik wensen je een fijn leven toe, 

sámen met Vince en met God.

    Kom Evi, het is tijd om te gaan.

Oké Mono. Dag Dustin, het ga je goed hè!

            Duizend maal dankjewel, Mono en Evi.

 

Mono heeft me zojuist weer teruggebracht naar mijn slaapkamer.

Ik zie dan mijn eigen lichaam in bed liggen en ik vloei er dan gewoon weer in terug. 

Eigenlijk heel raar om te begrijpen voor kinderen die het nog nooit hebben meegemaakt. 

Maar ik kan niet anders zeggen dan dat het voor mij héél gewoon is geworden om 

’s nachts met mijn lichtlichaam te reizen, terwijl mijn stoflichaam uitrust. 

Volgens mij kun je je lichtlichaam ook gewoon geest noemen.

Volgens mij is geest wat je écht bent en je stoflichaam een soort tijdelijk voertuig voor je geest. 

Je eigen geest en lichaam horen bij elkaar hier op de aarde, begrijp je?

Als ik terugvloei in mijn lichaam, word ik altijd even wakker en ga even terugdenken 

aan mijn nachtelijk avontuur. 

Deze nacht is Dustin uit Amerika in mijn gedachten en daarna val ik in een droomloze slaap.
 
                                                                                                                              >Freja ziet kleuren om mensen